Ze moeten wel samen gaan. Allemaal. Haar drie zussen, twee broers, haar moeder en haar vader. Iedereen moet mee doen. Alleen dan verdienen ze genoeg. Dan verdienen ze namelijk 2,49 euro per dag. Laasya met haar zes jaar heeft geen keus: ze moet mee. Dus bikt ze nu al twee jaar mica uit de rotsen.
Zelfs als iedereen meewerkt verdienen ze eigenlijk niet genoeg om met zijn achten van te eten. Gelukkig heeft het gezin een stukje land. Dat levert twee tot drie maanden extra eten op. Maar zelfs daarmee bungelt het gezin onder de armoedegrens in India. En dus heeft het gezin recht op voedselbonnen. Daarmee kunnen de ouders naar de Eerlijke Prijzen Winkel van de overheid. Helaas zijn vaak de schappen van deze winkel leegt en trekken vele gezinnen aan het kortste eind.
Laasya baalt van de situatie. In haar dorp is een school. Ze is er wel eens geweest. Tussen de middag deelt de school vaak een gratis lunch uit. Soms heeft ze meegegeten. Ze heeft zelfs een keer eventjes naar een les gekeken. Van de les begreep ze niet veel, maar ze vond het er goed uit zien. Schrijven in een schrift, die boeken, het geluid van het krijtje op het bord. Toen ze die dag snel terug holde naar de mijn, bedacht ze zich dat ze, als ze de kans kreeg, naar school zou gaan en zelf docent zou worden.