Rhobi leerde op school wat ‘genitale verminking’ is. Dit pijnlijke ritueel vindt plaats in de Kuria-gemeenschap in Kenia en Tanzania, waar jonge meisjes een besnijdenis ondergaan en vervolgens moeten trouwen. Dat Rhobi deze kennis had, was haar redding. Thuis herkende ze de signalen: haar ouders hadden haar ceremonie al gepland.
Rhobi woont met haar broers en zusjes op het platteland in Tanzania. Haar vader is boer en zit in de groenten- en fruithandel. Van de kinderen verwacht hij dat ze hem helpen op het land. Onderwijs wordt thuis niet als iets belangrijks gezien.
Dat Rhobi wél naar school gaat, is eerder lastig voor haar ouders. Van haar wordt eigenlijk alleen verwacht dat ze binnenkort trouwt. De bruidsprijs die haar echtgenoot zal betalen, heeft het arme gezin hard nodig. De zorg voor Rhobi is dan geregeld en dat betekent één mond minder om te voeden. Haar vader heeft al een geschikte echtgenoot uitgezocht, al wil deze man liever nog wachten tot Rhobi is besneden.
Voor meisjes als Rhobi is de tienertijd een heftige periode. Als ze oud genoeg zijn, worden ze volgens Kuria-traditie gedwongen besneden. Het Kuria-volk gelooft namelijk dat dit voor jonge meisjes de enige manier is om de overgang naar volwassenheid te maken.
Wanneer het ‘snij-seizoen’ nadert - dit is tussen oktober en december - is het aan de ouders om dit thuis voor te bereiden. Dat gebeurt zonder overleg: hun dochter weet vaak niet eens wat haar te wachten staat. Maar Rhobi wel. Zij had op school voorlichting over genitale verminking gekregen. Dus toen ze thuis te horen kreeg dat ze binnenkort zou gaan trouwen, wist ze precies hoe laat het was.
Uit angst voor wat haar te wachten stond, liep Rhobi stiekem van huis. Ze vluchtte naar het dichtbijgelegen opvangcentrum van onze partner ATFGM. Daar kreeg ze bescherming, psychische hulp, seksuele voorlichting en leerde ze nog meer over de negatieve effecten van genitale verminking. Haar studiegeld werd doorbetaald, zodat ze naar school kon blijven gaan. Ook kreeg ze een schooluniform met schoolspullen erbij. Ze zit nu in de laatste groep van de basisschool.
Om Rhobi weer te kunnen herenigen met haar familie, heeft Terre des Hommes bemiddelende gesprekken gevoerd met de ouders van Rhobi. Door herhaaldelijk de negatieve effecten van genitale verminking te benadrukken, gingen ze geleidelijk van hun plan afzien. Ook werden ze overtuigd van het belang om hun kinderen naar school te laten gaan, om de cyclus van armoede te kunnen doorbreken.
Na twee jaar bemiddelen, zijn Rhobi en haar ouders weer samen. ‘Ik ben gelukkig en voel me gezegend! Ik ben blij om weer bij mijn familie te zijn en ik hoop dat hun verandering van denken oprecht is.’
Zelf wil ze er ook graag voor anderen zijn. ‘De steun die ik van ATFGM heb ontvangen, was belangrijk voor me. Als ik later groot ben, wil ik sociaal werker worden, zodat ik kinderen die het slachtoffer van kindermishandeling zijn kan helpen.’
Help mee om meisjes zoals Rhobi te beschermen. Teken ons manifest tegen genitale verminking. Samen brengen we de Kuria-meisjes in veiligheid.